Woord van de dag: Weerlicht

Gisteravond trok er een bui met bliksem en donder voorbij. Terwijl ik ernaar keek, bedacht ik me dat ik de uitdrukking “als de weerlicht” in geen tijden meer heb gehoord. Voor wie ‘m niet kent, dat betekent zoiets als “heel snel” (bijvoorbeeld tegen een treuzelend kind: En nu als de weerlicht tandenpoetsen en naar bed.)

Wat er meteen bij opvalt is dat lidwoord “de”. Je zou immers “het” verwachten. Een prachtig synoniem vind ik “als de wiedeweerga”. Een verbastering van “weerlicht”? Wie het weet, mag hier z’n (weer)licht op werpen.