Sommige uitdrukkingen hebben een irriterende afdronk. Zoals “genieten van een goed glas wijn”. Dat is inmiddels zo’n cliché, dat nauwelijks nog opvalt hoe raar die uitdrukking eigenlijk is. Want waarom zo benadrukken dat je een góéde wijn prefereert? Ga ja er dus op voorhand vanuit dat er een sléchte wijn zal worden geserveerd, en wil je dat voorkomen? Ook is de woordvolgorde vreemd. “Een glas goede wijn” zou grammaticaal gezien logischer zijn.
Sommige mensen maken het nog erger, die hebben het enkel over “een goed glas”. De eerste die mij voorstelt om van een goed glas te gaan genieten, kan het van me krijgen. Dat glas. Een goed glas bedoel ik – dus onbeschadigd, en met een zachte doek glanzend opgewreven. Maar zonder inhoud. Want het gaat om het glas. Proost!