Na het woord-van-de-dag woondeken van laatst, maakte een vriendin me attent op het fenomeen woonlandschap. Daar had ik nog nooit van gehoord. Ik stelde me er meteen een parkachtige omgeving bij voor, met daarin verspreid wat nieuwbouwwoningen, ’s avonds voorzien van een gulle zonsondergang. En anders dacht ik toch wel aan een frisgroen teletubbielandschap van kunstgras, bedoeld voor het op speelse wijze aanprijzen van woonitems (zoals de woondeken of de woonplant).
Maar bij een woonlandschap blijkt het dus helemaal niet om de omgeving te gaan. Het woord verwijst naar de vaste combinatie van kolossale hoekbank, vloerkleed en soms een bijzettafel of andere accessoire. Dit alles neergezet in een ruimte die tevergeefs de indruk probeert te wekken geen showroom te zijn. Heel pittoresk allemaal. Maar wellicht biedt het hedendaagse woonlandschap toch inspiratie voor een nieuwe generatie landschapsschilders? Wie weet…