Woord van de dag: Ornaatelfje

Even over engelen. Wist je dat die aan insecten verwant zijn? Kijk maar eens naar de plaatsing van hun vleugels ten opzichte van hun armen. Bij andere vliegende schepsels – vogels en vleermuizen – zie je dat de voorste ledematen zich tijdens de evolutie hebben ontwikkeld tot vleugels. Die dieren vliegen als het ware met hun voorpoten (armen). Maar engelen hebben zowel armen als benen nog, plús een set vleugels, die op de rug zitten. Geen van de andere vliegende dieren heeft die bouw. Behalve insecten.

Toch worden engelen meestal afgebeeld met gevederde vleugels. Daarmee wekken ze de indruk van vogels af te stammen, maar dat is slechts schijn. Engelen willen niet met insecten geassocieerd worden: dat vinden ze niet statig genoeg. Om hun afkomst te verdoezelen, plakken ze hun vleugels vol veren. Dat bemoeilijkt het vliegen en resulteert in onhandig geflapper, maar dat ongemak nemen ze voor lief. 

Ook elfjes zijn verwant aan insecten. Maar zij hebben zich daar nooit voor geschaamd. Integendeel. Hun vleugels zijn dun, transparant en vliesachtig. Deze ranke wezentjes bewegen zich dan ook trefzeker en lichtvleugelig door het luchtruim. En toch is ook hier niet alles wat het lijkt. Het ornaatelfje is bijvoorbeeld helemaal geen elfje. Dat is dan weer een vogel (de in Australië voorkomende Malurus cyaneus).