Als twee mensen “iets met elkaar hebben”, dan kan dat eigenlijk van alles betekenen. Ruzie, een gedeelde auto, een gezellige avond, etc. Toch wordt er vrijwel altijd een liefdesrelatie mee bedoeld. Bijvoorbeeld: “We woonden in hetzelfde studentenhuis toen we iets met elkaar kregen.” Maar ook dan blijft het vaag. Want wanneer heb je nou eigenlijk “iets”? Een one-night stand is er te weinig voor, dat is geen “iets”. En als je getrouwd bent, ben je het “iets” voorbij. Dan heb je dat verruild voor het huwelijk. 

“Iets hebben” geeft de ruimte aan alle vormen van verkering tussen deze twee uitersten. Misschien is de term zo populair door de vrijblijvendheid die er omheen hangt. In onze maatschappij van overvloed worden we immers constant blootgesteld aan keuzestress en fear-of-missing-out. En kiezen doet verliezen, dus we leggen ons liever niet al te vast. Daar sluit “iets met iemand hebben” perfect op aan. Valt je partner tegen? Dan verandert jullie “iets” in no-time weer in “niets”. 

Dat veel mensen met dat “iets” bezig zijn en ernaar zoeken, blijkt wel uit het grote aanbod van datingsites en datingapps. Sommigen zoeken hun “iets” trouwens in een heel andere hoek – de aanhangers van het ietsisme. Dus dat je niet per se in God gelooft, maar wel dat er “iets” is tussen hemel en aarde. Het is me toch iets, met dat iets.